Pedagogische visie in specifieke situaties
Ongewenst gedrag
We zijn geneigd om onze aandacht sneller te geven aan ongewenst gedrag. Momenten waarop alles goed en rustig verloopt in de leefgroep gaan we minder benoemen. Daarom is het belangrijk dat we positief gedrag regelmatig benoemen en aanmoedigen. We proberen het berispen van kinderen voor te zijn door een alerte houding.
Wanneer een kind ongewenst gedrag stelt, gaan we bij het terechtwijzen naar het kind toe, gaan we op kind hoogte zitten en maken oogcontact met het kind. We benoemen de emoties van het kind en wat er fout liep. Hierbij gebruiken we korte en duidelijke boodschappen. We roepen niet.
Indien nodig zonderen we een kind even af (time-out). We hanteren de regel 1 minuut per levensjaar. De persoon die het kind een time-out geeft, maakt het ook weer goed en laat het kind niet alleen. Een time-out gebeurt in de leefgroep zelf. Het kind leert dat het even niet mag meespelen omwille van ongewenst gedrag. We geven absoluut geen time-out in de slaapzaal. Kinderen gaan deze ruimte en het slapengaan met een time-out. De slaapzaal moet een veilig plekje zijn waar een kind tot rust kan komen. We zetten kinderen ook niet
“op straf” of “in de hoek”.
We streven naar een consequente aanpak zowel thuis als in het kinderdagverblijf, hierbij gaan we steeds in overleg met de ouder.
Hierbij staan volgende bouwstenen centraal:
- Betrouwbare en veilige omgeving
- Respect
Bevorderen tot zindelijkheid
Wanneer de kinderen zelf aangeven dat ze klaar zijn voor “het potje” geven we ze de kans om erop te zitten en feliciteren we hen hiervoor. Dit bereidt hen voor op de eigenlijke bevordering van zindelijkheid.
De start van de zindelijkheidsbevordering gebeurt steeds in nauw overleg met de ouders omdat de continuïteit (thuis + kinderdagverblijf) hier zeer belangrijk is naar duidelijkheid voor het kind.
Wanneer het kind regelmatig een droge luier heeft, eventueel al enkele succesmomenten op het potje had en de ouders er klaar voor zijn, starten we intensief met de bevordering van de zindelijkheid.
We zetten het kindje regelmatig op het potje. We maken er een plezierig momentje van. Kindjes zijn fier dat ze naar het potje mogen komen.
Elk plasje wordt beloon met een dikke bravo. We berispen nooit bij een ongelukje.
Wanneer het moeilijk loopt, wordt er soms even onderbroken in overleg met de ouders opdat er geen negatieve sfeer zou blijven hangen voor het kindje.
Hierbij staan de volgende bouwstenen centraal:
- Eigen ritme en individuele noden
- Betrouwbare en veilige omgeving
Kind Kompas
Kind Kompas is een volgsysteem voor kinderen waarbij het welbevinden, de betrokkenheid en de ontwikkeling bij baby’s en peuters in kaart gebracht wordt. Bij het invullen van het kind portret proberen we een beeld te vormen van hoe het kind het maakt in de opvang op diverse terreinen (welbevinden, betrokkenheid, motoriek, taal, sociale ontwikkeling, ontdekken van de wereld zelfsturing/ondernemen en goed in je vel zitten).
Door dit te doen in verschillende leeftijdsperiodes namelijk:
- Leeftijdsfase tussen 3 tot 6 maanden
- Leeftijdsfase tussen 7 tot 9 maanden
- Leeftijdsfase 10 tot 12 maanden
- Leeftijdsfase 13 tot 18 maanden
- Leeftijdsfase 19 tot 24 maanden
- Leeftijdsfase 25 tot 36 maanden
kunnen we telkens de individuele aanpak van elk kindje bijsturen.
Bij het afscheid in de kinderopvang maken wij een KIBA-FICHE, dit is een fiche tussen kinderopvang en basisonderwijs. Deze fiche wordt opgemaakt door ouders en kinderen en kan afgegeven worden aan de kleuterjuf. Het helpt ook om de gewoontes en opvoeding van thuis af te stemmen met die van het kinderdagverblijf.
Het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen wordt in elke leeftijdsfase opgevolgd door de pedagogisch beleidsmedewerkers. Zowel nieuwe kinderen als kinderen die al langer naar de opvang komen waarbij we bijzonderheden of moeilijkheden ondervinden worden besproken tijdens het oudercontact. 1x per kribbe periode wordt er een oudercontact georganiseerd door de locatie-verantwoordelijke. De locatie-verantwoordelijke zal zelf bepalen wanneer ze dit laat doorgaan. Dit zal gaan tijdens de periode 25 tot 36 maanden of na het invullen van de Kiba-Fiche.
Het Kind Kompas is een observatiedocument dat volledig door onszelf is ontwikkeld. Dit document is ontstaan uit onze eigen ervaringen in de kinderopvang en speelt in op de specifieke noden van onze kinderbegeleiders. Het Kind Kompas helpt ons om de ontwikkeling van elk kind nauwgezet in kaart te brengen en ondersteunt onze begeleiders bij het bieden van zorg en begeleiding op maat. Door onze praktijkervaring te combineren met de behoeften van ons team, hebben we een waardevol instrument gecreëerd dat de pedagogische kwaliteit in onze opvang verder versterkt.
De kind bespreking heeft als doel om samen met de ouders te kijken hoe het kind zich voelt in de opvang.
Hierbij staan de volgende bouwstenen centraal:
- Eigen ritme en individuele noden
Grensoverschrijdend gedrag
In onze visietekst GOG staan we stil bij welk gedrag mag en welk niet mag. Wanneer wordt de grens overschreden? Ook bepalen we in onze visietekst “Wat is grensoverschrijdend gedrag”. Ook beschrijven we in onze visietekst hoe we GOG kunnen voorkomen.
Het bevorderen van het welzijn van de kinderen én onze medewerkers staat hier centraal. Daarom willen we grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar maken, om van daaruit te zoeken naar mogelijkheden om het gedrag in goede banen te leiden. We willen op zoek gaan naar de motieven voor dit gedrag.
Wat is Grensoverschrijdend gedrag?
Het begrip grensoverschrijdend gedrag is allesomvattend, geeft weer dat het gaat, “ongewenst gedrag” of
“ongewenste omgangsvormen” en verwijst ook naar de beleving van het slachtoffer. Gog hoeft niet altijd om zwaar fysiek of seksueel geweld te gaan, maar kan ook gaan over bv. Ongepaste opmerkingen.
Men kan een onderscheid maken tussen GOG dat zich situeert binnen een hulpverleningscontext en GOG dat gedefinieerd kan worden binnen een juridische context. Niet alle GOG is juridisch strafbaar. In onze visie gaan we ons zeker niet alleen op de strafbare feiten richten. Deze zijn uiteraard ontoelaatbaar en hier is ook een meldingsplicht. Deze is opgenomen in onze interne procedure 2.1.11.
Belangrijke strafrechtelijke misdrijven in de context van GOG:
- Aanranding van de eerbaarheid
- Alles wat te maken heeft met de seksuele context
- Opzettelijk toebrengen van lichamelijke schade
Grensoverschrijdend gedrag, geweld, probleemgedrag en conflict zijn begrippen die we bijna dagelijks tegenkomen. Het zijn begrippen die wel eens door elkaar worden gehaald. Toch dekken ze lang niet allemaal dezelfde ladingen.
Grensoverschrijdend gedrag houdt in dat iemand grenzen, regels of waarden overschrijdt – of daarmee dreigt - met materiële, lichamelijke of psychische schade voor anderen of zichzelf tot gevolg. De persoon is zich niet perse bewust van de gevolgen en effecten van zijn gedrag.
Geweld houdt in dat iemand agressie intentioneel en doordacht gebruikt om zijn doel te bereiken.
Probleemgedrag beschouwen wij als gedrag van een gebruiker dat nadelig is voor hem zelf en/of voor de anderen (medegebruikers, begeleiding, kinderen, materiële omgeving), dat wij om die redenen niet kunnen tolereren.
Conflict is onenigheid of meningsverschillen tussen verschillende mensen . Zij kunnen een voedingsbodem zijn voor GOG.
De verschillende soorten GOG die wij niet tolereren in onze organisatie
Verbaal GOG = schelden, dreigtaal, cynisme, schreeuwen, spotten, provoceren, beledigen, discriminerende opmerkingen, ongewenste opmerkingen, ruzie maken, discussies, uitlachen, roddelen.
Soms maakt deze vorm deel uit van het dagelijks leefklimaat van de gebruiker. Het wordt zelfs niet meer opgemerkt. Het gevaar van deze gewenning is dat de tolerantie voor deze vorm van GOG steeds groter wordt. Toch ligt in dit verbaal omgangspatroon dikwijls een voedingsbodem voor andere, meer bedreigende vormen van agressie.
Psychisch GOG = onder druk zetten, chantage, provocatie, pesten, dreigende gebaren, mening opdringen
(ook godsdienst), onterechte vrijheidsbeperkende maatregelen, niet rechtstreeks worden toegesproken. Het moeilijke aan deze vorm van GOG is dat hij weinig naar de oppervlakte komt, maar daarom zeker niet minder ernstig. Psychisch GOG is in residentiële werkingen dikwijls verbonden met een slecht groepsklimaat.
Fysisch GOG = slaan, stampen, schoppen, duwen, bijten, krabben……
Dit is waarschijnlijk de meest duidelijke vorm van GOG. Duidelijk omdat ze het meest zichtbaar is, het duidelijkst bedreigend voor onze fysieke integriteit en daarom het meest uitnodigend voor een interventie.
Materieel GOG = vernielen van materiaal, gooien met voorwerpen, met deuren slaan, voorwerpen van tafel vegen, diefstal
De voedingsbodem voor deze vorm van GOG ligt in de mentaliteit. Het is toch niet van ons, dus….. Voor begeleiders is het dikwijls moeilijk om er achter te komen wie de dader is.
Seksueel GOG= alles wat met seksuele intimidatie te maken heeft, alsook seksueel lichamelijk contact. Non verbaal seksueel GOG: gluren, staren, lonken, sms met seksuele inhoud
Verbaal seksueel GOG: aanspreekvormen over uiterlijk, kleding, gedrag. Intieme vragen stellen, afkeurende bespottende dreigende opmerkingen over seksuele voorkeur.
Fysiek seksueel GOG: arm om iemand heen, over iemand heen hangen, de weg versperren, moedwillig tegen iemand aan botsen, borsten of kruis betasten, kussen op de mond,….
Deze vorm van GOG gaat vaak gepaard met één van de voorgaande vormen. Hij is moeilijk op te merken en vraagt heel wat alertheid en oog voor signalen van de begeleiders. Binnen Kinderopvang in je buurt keuren wij geen enkele vorm van grensoverschrijdend gedrag goed. Dit neemt niet weg dat grensoverschrijdend gedrag toch kan plaatsvinden. Naast preventieve acties ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag, organiseren wij ook acties in functie van het beperken van schade wanneer er toch grensoverschrijdend gedrag gesteld wordt.
In onze preventie hanteren wij vier soorten preventie:
Primaire preventie: hierbij worden maatregelen genomen om risico’s te voorkomen, zodanig dat blootstelling aan grensoverschrijdend gedrag niet mogelijk is.
Secundaire preventie: hierbij worden maatregelen genomen om risico’s op te heffen, waardoor blootstelling aan grensoverschrijdend gedrag onmiddellijk gedaan gemaakt wordt.
Tertiaire preventie: hierbij zorgen we voor maatregelen zodanig dat schade wordt voorkomen, wanneer blootstelling aan grensoverschrijdend gedrag niet ongedaan gemaakt kan worden.
Ultieme preventie: bij deze vorm van preventie is er schade opgetreden en zorgen maatregelen ervoor dat de negatieve gevolgen zo klein mogelijk worden gehouden.
In onze organisatie is het belangrijk dat grensoverschrijdend gedrag wordt voorkomen. We streven dus maximaal naar primaire preventie.
Dit doen we door volgende maatregelen te nemen:
- Een doordachte groepssamenstelling
- Specifieke vorming van de begeleiding
- Zorg op maat
- Respectvolle omgang met ouders, collega’s en kinderen
- Inspraak van alle medewerkers
- Voldoende rust voor alle medewerkers
- Aandacht voor privacy
- Aandacht voor non-verbale communicatie
- Individuele gesprekken zowel intern als extern met gebruiker
- Handelen volgens de richtlijnen van het positief geschreven referentiekader
- Handelen volgens de opgemaakte procedures
Wanneer grensoverschrijdend gedrag toch voorkomt zullen wij als organisatie (beleid en begeleiding) duidelijk op reageren, vanuit secundaire, tertiaire of ultieme preventie.
Een eenduidige reactie op grensoverschrijdend gedrag is uiteraard niet mogelijk. Er zal steeds worden afgewogen wat per gebruiker en per situatie de meest aangewezen reactie is op het grensoverschrijdend gedrag dat plaatsvond.
Secundaire, tertiaire en ultieme preventie doen we op de volgende manieren:
- Algemene leidraad procedure 2.1.1
- Preventie en detectie 2.1.2
- Aanpak 2.1.3
- Implementaties vanaf procedure 2.1.10
- Meldingsformulier verontrusting tussen collega’s 2.1.11
- Meldingsformulier verontrusting bij een kind in de thuissituatie 2.1.12
- Vorming aanbieden over grensoverschrijdend gedrag
- Jaarlijkse revisie op de gehele procedure per locatie
Wanneer eender wie grensoverschrijdend gedrag stelt, begrenzen we onmiddellijk het grensoverschrijdend gedrag. Later gaan we in gesprek met de persoon die die gedrag heeft gesteld.
Daarnaast bespreken we de situatie uitgebreid op teamvergaderingen: wat is de aanleiding tot het gedrag. Hoe kunnen we preventief handelen in de toekomst. We stellen ons ook de vraag hebben we gepast gereageerd op dit gedrag?
Adres:
Bureel
Klein Boom 27
2580 Putte
Tel: 015/64.68.00
Mail: info@kinderopvanginjebuurt.be
Ondernemingsnummer: 759.909.579